Het Openbaar Ministerie gaat een Rotterdams recherchebureau niet vervolgen voor het onderzoeken van personen zonder vereiste vergunningen. Tegen het bedrijf, gespecialiseerd in onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag, waren meerdere aangiften gedaan.
Nadat de aangiften binnen waren, heeft de politie tussen maart en november vorig jaar uitgebreid onderzoek gedaan. Daaruit bleek inderdaad dat het bureau recherchewerkzaamheden verrichte, maar niet over de juiste vergunning beschikte. Deze vergunning, die op aanvraag alleen wordt uitgegeven na toetsing door het ministerie van Justitie en Veiligheid, is nodig. Op die manier kan gecontroleerd worden of een recherchebureau zich bijvoorbeeld aan normen en regels houdt die gesteld zijn aan dit soort bedrijven.
Het recherchebureau heeft na eerdere juridische procedures aangegeven te menen dat een vergunning niet nodig was voor de werkzaamheden die werden uitgevoerd. Volgens het OM had het recherchebureau echter wel een vergunning nodig en is het bureau dus strafbaar. Uit het onderzoek naar het bedrijf bleek dat het aan alle vereisten voor het verkrijgen van een vergunning voldeed en bovendien is de vergunning ook aangevraagd en na toetsing afgegeven.
Alles afwegende heeft het OM besloten de zaak te seponeren. Ten eerste omdat het bedrijf inmiddels de vergunning heeft aangevraagd en heeft gekregen (sepotcode 55). Ten tweede omdat er veel negatieve (media)aandacht voor het bedrijf kwam na de aangiften en dit het bedrijf trof (sepotcode 52). Inmiddels zijn zowel de aangevers als het recherchebureau op de hoogte gebracht van de sepotbeslissing.